Volume 7:
Yes – And You And I (1972)

In de tijd van het album ‘Magnification’(2001) deed Yes tijdens zijn Europese tournee de Rotterdamse Ahoy Hal aan. In de bezetting Ander- son, Wakeman, Howe, Squire en White was de band die avond geweldig op dreef en het geluid was ter plaatse van mijn staanplek schitterend. Mijn hart sloeg over toen er bij Rick Wakeman iets haperde aan het klavier onder zijn rechterhand en bijregelen noodzakelijk was. Door mijn toneelkij- kertje zag ik de geconcentreerde en bezorgde blik van de toetsenist. Zelf- verzekerd draaide hij met rechts aan de knoppen, terwijl de linkerhand op een ander klavier, buiten zijn gezichtsveld, rustig doorspeelde. Een indruk- wekkend staaltje vakmanschap en professionalisme.
Het muzikale hoogtepunt van het concert vond ik het mooie ‘And You And I’ van het, toen dertig jaar oude, album ‘Close To The Edge’. Na het akoestische gitaarintro valt de Mini Moog bij en zingt Jon Anderson een rustig couplet op een zich telkens herhalend schema. De band valt stil en boven een gitaarbegeleiding klinken de zinnen “And you and I climb over the sea to the valley, and you and I reach out for reasons to call”. En dan komt het: onder het laatste woord klinkt langzaam een Mellotron op. Iedereen houdt als het ware de adem in, het geluid zwelt aan en spat uiteen in één van de topmomenten van de symfonische rock. Tijdens het concert barst het licht uit zijn voegen en heft Anderson de armen, met de blik omhoog, alsof de melodie ons door de hemel geschonken wordt. Die avond had ik dat nog graag willen geloven ook. Het tempo is traag,
1 kwartnoot = 58:



De instrumentatie-opbouw is prachtig: de eerste zin wordt gedomineerd door Wakeman’s Mellotron, de Mini Moog valt bij en in de tweede zin vliegen slideklanken van Howe’s gitaar de melodie binnen. De muziek krijgt een ritmischer vervolg met een toenemende inbreng van de gitaar:



Het hoofdthema keert terug maar nu vermengd met de melodie uit de derde zin. Slechts de aandachtige luisteraar zal beide goed uit elkaar kun- nen houden:


Let u ook eens op de wisseling van toonaard: de hoofdmelodie herhaalt zich telkens vanuit een andere toonhoogte.
In het vervolg van het nummer wordt het thema nog tweemaal in verkorte vorm ten tonele gevoerd maar zonder de ‘ingehouden adem’ van de eerste keer. Misschien is het juist wel dat moment van stilte vooraf, dat de intense muziek zo’n magische lading geeft. Want magisch is het als een concert- moment van jaren terug nog met zoveel gemak op te roepen is.
Peter Swart (05-2007)


Dit artikel wordt ook gepubliceerd in Tijdschrift iO Pages nr. 80/medio mei 2008